Thomas Dermine, staatssecretaris voor Relance en Strategische Investeringen, belast met Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van Economie en Werk, geeft zijn visie over de weg die financiering dient in te slaan.
De wereldwijde economische en financiële crisis van 2008-09 heeft ons er aan herinnerd dat de instabiliteit van het financiële systeem ernstige economische en sociale onrust kan veroorzaken. Ook kwam een fundamenteel principe onder de aandacht: dat financiën in dienst moeten staan van de economie en niet omgekeerd. In een tijd van multidimensionale transities moet het financieel systeem als katalysator fungeren voor een beter en duurzamer economisch model.
Hoe kan het financieel systeem positieve veranderingen in de economie en de samenleving in het algemeen stimuleren? Welke hefbomen kan de publieke sector activeren om de kracht van de financiële wereld in te zetten voor een groenere en veiligere toekomst?
Extra investeringen – zowel van de publieke als van de private sector – zullen nodig zijn om tegen 2050 koolstofneutraliteit te bereiken.
Financiering voor de groene transitie
Zoals het laatste rapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) ons eraan herinnert, brengt de klimaatcrisis risico’s met zich mee die gelijk welke andere ramp of ziekte in de schaduw stellen. Om tegen 2050 koolstofneutraliteit te bereiken, hebben we technologische vooruitgang, versnelde gedragsverandering en een massale heroriëntering van financiële middelen naar groene investeringen nodig.
Het Next Gen Package van de EU was in dat opzicht een sterk positief signaal, aangezien Europa zich ertoe verbond meer dan 800 miljard euro te investeren in een groenere, veerkrachtigere en meer inclusieve economie. In België is het nationale herstelplan, dat deels door de EU wordt gefinancierd, een eerste belangrijke stap om de overheidsinvesteringen te verhogen en deze uitdagingen serieus aan te gaan.
Extra investeringen – zowel van de publieke als van de private sector – zullen echter nodig zijn om tegen 2050 koolstofneutraliteit te bereiken. Volgens de laatste effectbeoordeling van de Europese Commissie zal alleen al voor de aanpassing van onze energie- en vervoerssystemen het komende decennium jaarlijks 3,7% van het bbp van de EU moeten worden geïnvesteerd. Dit komt neer op een cumulatief bedrag van meer dan 5 000 miljard euro. Het geeft aan waar onze ambitie moet liggen.
Sterke openbare financiële spelers
Openbare investeringsinstrumenten hebben een voorbeeldfunctie enmoeten het voortouw nemen. Als openbare investeerder kunnen we ertoe bijdragen dat de traditionele aanpak, gericht op financieel rendement op korte termijn, wordt vervangen door een meer strategische visie op duurzaamheid op lange termijn.
Zo heeft de FPIM, de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij van de Belgische federale overheid, belangrijke veranderingen doorgevoerd om een meer strategische rol te kunnen spelen. In vijftien jaar tijd is het beheerd vermogen gestegen van 0,8 miljard euro tot meer dan 15 miljard euro.
De FPIM versterkte ook zijn rol in het verankeren van strategische spelers in de Belgische economie. Een recent voorbeeld is de verzekeringsmaatschappij Ageas.
De voorbeeldfunctie moet ook gelden voor instellingen als Belfius, waarin de Staat een aanzienlijk belang heeft. Belfius is een uniek instrument om de groene transitie te versnellen, haar rol blijft echter tot op heden grotendeels onbenut.
Ik heb goede hoop op een duurzamere wereld, waarin de financiële wereld ten dienste staat van de samenleving en onze grote uitdagingen.
De volgende crisis
De economische en financiële crisis van 2008-09 heeft geleid tot een radicaal andere visie op de rol van het overheidsbeleid en de noodzaak om de markten te reguleren en te controleren. Zelfs neoliberale politici erkennen nu dat een sterke overheid nodig is om de samenleving te sturen, de markten te controleren en de welvaartsproductie te herverdelen. Een meer Keynesiaanse visie is terug van weggeweest, en wordt vertolkt door vrouwelijke economen als Mariana Mazzucato, Stephanie Kelton of Esther Duflo.
De volgende crisis dreigt al. Ik maak me grote zorgen, want de dramatische overstromingen in een deel van Europa – waaronder Wallonië – in de zomer van 2021 en de recorddroogte in 2022 zijn slechts de eerste waarschuwingssignalen. Er zullen er onvermijdelijk meer volgen.
Progressieve academici en beleidsmakers zijn klaar om de huidige zachte aanpak met financiële prikkels en stapsgewijze normering te vervangen door een meer gedurfde en collectieve aanpak om niet-duurzaam gedrag uit te sluiten. We zullen de komende jaren getuige zijn van een dramatische versnelling van maatregelen om sociale rechtvaardigheid en groene duurzaamheid tot stand te brengen.
Een reeks instrumenten zal het huidige klimaat voor de financiële sector ingrijpend veranderen. Om er maar een paar te noemen: het ”Do No Significant Harm“-principe, de richtlijn inzake duurzaamheidsverslaglegging, de taxonomie voor duurzame activiteiten, aanpassingen in het emissiehandelssysteem of groene factoren voor de kapitaalvereisten van banken. Deze instrumenten moeten ons niet afschrikken, maar juist hoop geven.
Vandaag financieren de landen en banken van de G20 nog steeds twee keer zoveel fossiele brandstoffen als schone energie. We hebben dus nog veel werk voor de boeg. Toch ben ik er vrij zeker van dat de risico’s en de gevolgen van de klimaatverandering tot ongekende actie kan leiden, zowel in de privé- als in de openbare sector. Ik heb goede hoop op een duurzamere wereld, waarin de financiële wereld ten dienste staat van de samenleving en onze grote uitdagingen.