Skip to main content
Home » Veiligheid » Dronedetectie: de dekking moet sluitend zijn
Sponsored

Om ons luchtruim zo veilig mogelijk te houden, moeten we zicht houden op ieder mogelijk object dat erin vertoeft. Drones zijn een pak kleiner dan vliegtuigen en vereisen dus gespecialiseerde, betrouwbare infrastructuur. Thomas Petracca, CEO van Senhive, legt uit hoe zij dit aanpakken.

Tekst: Sijmen Goossens

“Eigenlijk zijn wij in deze sector gestapt vanuit een andere insteek: in samenwerking met ESA & IMEC hebben we op Niveau S (een initiatief van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken) een autonoom detectiesysteem voor bosbranden voorgesteld. Nadat we deze systemen met hernieuwbare energie en autonome communicatie hadden uitgerold, bleken we nog veel energie en bandbreedte over te hebben.”

“Omdat onze systemen zich vrij hoog bevinden en dus strategisch interessant zijn voor dronedetectie, zijn we ons hierop gaan toespitsen. Voor de specifiek benodigde line of sight zijn onze systemen namelijk uitermate geschikt.”

Tests in no fly-zones

“De systemen hadden we dus. Tijd om te testen op welke manier we ze doeltreffend konden inzetten. In verschillende no fly-zones hebben we de aanwezigheid van drones, modelvliegtuigjes, enz. gemonitord. Zo detecteerden we per zone toch een honderdtal niet-geautoriseerde vluchten per maand. Drones hebben voorlopig nog niet dezelfde standaarden als bemande luchtvaart, dus dit betekent niet dat dit allemaal kwaadwillig is, integendeel.”


Via zowel radiofrequentie- als radarsystemen bouwen we een sluitend netwerk op dat via AI iedere detectie accuraat identificeert.


“Drones kunnen op hol slagen, de snel veranderende wetgeving is nog niet zo goed gekend,… Meestal is het niet moedwillig, al moeten we alert blijven voor minder onschuldige bedoelingen (aanslagen, illegale transporten…). Met onder meer specifieke corridors en de droneguide, zullen vluchten steeds meer geregistreerd gebeuren. Het komt er dan op aan om alles in realtime te controleren.”

Volledige dekking door fusie van sensoren

“We gebruiken zowel radiofrequentie- als radarsystemen om een sluitend netwerk op te bouwen dat via AI iedere detectie accuraat identificeert. Om dit te doen, heb je natuurlijk een geavanceerd communicatiesysteem nodig. Onze ambitie is een nationale dekking van het gehele Belgische luchtruim.”

“Daarom kiezen we steeds de meest efficiënte hardware om deze dan te integreren in het netwerk dat wij opstellen. Belangrijk is hier dat deze systemen, net zoals onze bosbranddetectie,  zelfvoorzienend zijn qua energie én communicatie. Voor de bosbranden was dit vooral uit ecologische overwegingen, maar bij dronedetectie is het een kwestie van veiligheid. In samenwerking met FOD Mobiliteit (Belgian Drone Council) streven we naar dezelfde standaarden als de commerciële luchtvaart. Na diverse tijdelijke projecten in Droneport (Sint-Truiden) zullen we er vanaf januari ook op een permanente stek verder samenwerken met diverse strategische partners.”

Next article