De vastgoedsector ondergaat een ware revolutie en is steeds meer doordrongen van de duurzaamheidsgedachte. Voortrekkers binnen dit domein zijn niet alleen goed gepositioneerd naar de toekomst toe, maar weten ook gemotiveerd jong talent aan te trekken.
“Als architecte was ik al langer in de praktijk bezig met duurzaam vastgoed, maar ik wilde graag meer betekenen op het niveau waar de beslissingen worden gemaakt. Vastgoedontwikkeling speelt immers een cruciale rol in het maken van de transitie naar een duurzame maatschappij”, vertelt Julie Willem, International Executive Manager & Archilab Director bij Atenor. “Toen ik hier vier jaar geleden van start ging, waren er binnen het bedrijf al heel wat duurzame ambities, maar die moesten nog voor een groot deel in de praktijk worden gebracht. Daarom richtten we Archilab op, een R&D-departement dat zich focust op architectuur, technologie, duurzaamheid en de evolutie van onze maatschappij. Atenor integreert duurzaamheid vandaag al vanaf de aankoop van een grond of gebouw. Het maakt deel uit van ons acquisitiebeleid, maar uiteraard ook van het design en de bouw.”
De kloof in waardering tussen enerzijds gebouwen met een hoge duurzaamheid en anderzijds verouderde en vervuilende gebouwen zal enkel maar groter worden.
Voorloper in duurzaam vastgoed
“De Europese Commissie heeft voor 2050 het doel ‘No Net Land Take’ gesteld, in Vlaanderen bekend als ‘de bouwshift’: er zal geen open ruimte meer mogen worden aangesneden. Atenor was daar al langer mee bezig vanuit het doel om van steden aangename leefomgevingen te maken, en de evolutie van gebouwen zagen we als een belangrijk onderdeel daarvan”, vervolgt Willem. “We lieten jaren geleden al onze kantoorgebouwen BREEAM certificeren om aan te tonen dat ze voldoen aan de strengste duurzaamheidseisen. Met de introductie van de EU-Taxonomy heeft de Europese Unie nu een classificatiesysteem met duidelijke objectieven op het vlak van duurzame activiteiten. Intussen wordt ook de financiële wereld zich stilaan bewust van het belang van de duurzame transitie. De kloof in waardering tussen enerzijds gebouwen met een hoge duurzaamheid en anderzijds verouderde en vervuilende gebouwen zal enkel maar groter worden. Daarmee erkennen ook zij de waarde van duurzaamheid en de inspanningen die wij op dat vlak al langer doen.