Als de coronacrisis één maatschappelijke verandering heeft teweeggebracht die niet snel zal worden teruggeschroefd, dan is het wel onze manier van werken. De hamvraag in verband met de werkplek van de toekomst is niet óf er überhaupt van thuis uit zal worden gewerkt, maar wel in welke mate. Niemand die beter geplaatst is om die vraag te beantwoorden dan Annick Vandenbulcke, managing director van de Belgische vestiging van Colliers International, een advies- en dienstenonderneming voor kantoorvastgoed.
Tekst: Diederik Vandendriessche
“Veel bedrijven beseffen nu alvast dat thuiswerken niet het einde van de wereld is”, steekt Vandenbulcke van wal. “Geen enkele werkgever kan zijn personeelsleden nog voorhouden dat het contraproductief zou zijn. Tijdens deze crisis beleven we echter ook meteen een keerzijde door het feit dat thuiswerk nu noodgedwongen tot in het extreme wordt doorgetrokken: in sommige bedrijven gaat het nog steeds om vijf dagen per week. Voor meer en meer mensen begint het nu toch wel iets te lang te duren dat men maar deeltijds of enkel onder zeer strike voorwaarden naar kantoor mag komen. Een groot deel van het sociale aspect van werken valt weg en dat is niet voor iedereen evident.”
Evenwichtsoefening
Bedrijven zullen zich in de toekomst dus de vraag moeten stellen hoeveel ruimte ze zullen laten voor thuiswerk. Voor Vandenbulcke moet er in de eerste plaats een juist evenwicht worden gevonden tussen thuiswerk en kantoorwerk, want als mensen helemaal niet meer naar kantoor komen, verliezen ze definitief de band met de werkgever en hun collega’s. “Virtueel is er veel mogelijk, maar dat is toch niet hetzelfde als samen even een koffie drinken en ondertussen iets bespreken. Blijvend fulltime van thuis uit werken, lijkt me een brug te ver. Anderzijds kan zo’n evenwichtsoefening ook andere resultaten opleveren in de verschillende afdelingen van hetzelfde bedrijf: bij de ene afdeling kan misschien perfect de helft van de mensen thuiswerken en de andere helft op kantoor, terwijl andere afdelingen misschien met zijn allen samen op kantoor moeten zijn omdat ze bijvoorbeeld moeten brainstormen.”
Diversiteit en flexibiliteit qua werkruimtes waren de laatste jaren sowieso al de belangrijkste kantoortrend geworden en door corona zal die trend zich enkel versterken.
Doordachte werkplekstrategie
Om een dergelijke analyse als onderneming tot een goed einde te brengen, is een doordachte werkplekstrategie vereist. En dan blijft het niet alleen bij de vraag naar thuiswerken. Ook ‘remote working’ moet in aanmerking worden genomen, want het is niet omdat mensen niet op kantoor zijn dat ze daarom thuis zouden moeten zijn. Bedrijven kunnen ook gebruikmaken van satellietkantoren, hybride kantoren, coworkingkantoren, enz. Vandenbulcke: “Ik denk dat we echt evolueren naar een hybride manier van werken, waar er een enorme flexibiliteit is voor de medewerkers om te kiezen waar ze werken. Na de coronacrisis zullen werkgevers moeten beslissen hoe ze hun mensen naar kantoor laten terugkomen op een manier dat er nog voldoende animo is in het hoofdkantoor en er nog altijd creatief en innovatief gewerkt kan worden. Als bedrijf moet je er namelijk toch voor zorgen dat er tussen je mensen voldoende kruisbestuiving is zodat er een dynamiek aanwezig blijft om nieuwe dingen te doen.”
Inzetten op keuzevrijheid
De keuzevrijheid van de werknemers zou weleens een cruciale rol kunnen spelen om mensen nog met plezier naar kantoor te laten komen. Vandenbulcke ziet alvast inspirerende voorbeelden in het buitenland: “Sommige bedrijven beginnen nu al te experimenteren met modellen waarin ze hun werknemers zelf laten kiezen: ofwel zoals vroeger fulltime naar kantoor komen met een ‘dedicated desk’ waarop de persoonlijke foto’s en de plantjes een plaats kunnen krijgen, ofwel drie à vier dagen in de week thuiswerken waarbij het bedrijf ervoor zorgt dat er op kantoor voldoende flexdesks zijn en er thuis een ergonomische werkplek beschikbaar is.”
“In ieder geval moet je rekening houden met het feit dat niet iedereen zo graag van thuis uit werkt: je kunt wel een tijdje op de hoek van je keukentafel werken, maar dat hou je niet vol. Als thuiswerk structureel wordt, moet je ook een structurele oplossing hebben. Als mensen een keuze kunnen maken waar ze zich goed bij voelen, dan kun je als bedrijf heus ook nog mensen naar kantoor lokken.”
Niet iedereen werkt graag van thuis uit. Als je er als bedrijf voor zorgt dat je kantoorruimte een aangename omgeving is die aanleiding geeft tot ontmoetingen, hoef je geen angst te hebben voor de toename van thuiswerk.
“We merken wel dat een doordachte werkplekstrategie meer is dan bevragen hoeveel dagen per week men van thuis uit wenst te werken. De laatste weken stijgt de vraag vanuit HR-departementen om hen te begeleiden in dit proces en in veel ondernemingen organiseren we nu reeds workshops om het hele denkproces te faciliteren. De manier waarop bedrijven zich op dit vlak profileren, zal een steeds grotere impact hebben op hun aantrekkelijkheid als werkgever. Diversiteit en flexibiliteit qua werkruimtes – van focusruimtes over flexplekken tot projectzones – waren de laatste jaren sowieso al de belangrijkste kantoortrend geworden en door corona zal die trend zich enkel versterken. Naar de open space wil niemand terug: een grotere diversiteit zorgt ervoor dat mensen, als ze op kantoor komen, altijd een ruimte hebben waar ze zich goed kunnen voelen, om zich te concentreren, te brainstormen of een conference call te doen.”
“Een bedrijf wil dat zijn kantoor niet alleen iets uitstraalt tegenover de klanten, maar ook voor de eigen medewerkers”, zegt Vandenbulcke. “Vroeger was het zo dat de kantorenzone grijs en saai mocht zijn en dat er in de klantenzone meer geïnvesteerd werd. Dat is voorbij: er wordt evenveel geïnvesteerd in de eigen mensen als voor de klanten, om ervoor te zorgen dat de werkomgeving kwalitatief en ergonomisch is. Als je er als bedrijf voor zorgt dat je kantoorruimte een aangename omgeving is die aanleiding geeft tot ontmoetingen, hoef je geen angst te hebben voor de toename van thuiswerk. Nieuwe ideeën kunnen enkel ontstaan als mensen de mogelijkheid hebben om met elkaar te overleggen en informeel met elkaar te babbelen. Het sociale aspect is een essentieel onderdeel van welzijn in de job.”