Maatschappelijk verantwoord ondernemen kan binnen de schoonmaak- en dienstenchequesector op diverse manieren worden vertaald naar de praktijk. Er zijn niet enkel opportuniteiten inzake milieu en klimaat, maar ook op het vlak van sociale verantwoordelijkheid. Frank en Elke Hechtermans van Group-f leggen uit hoe zij duurzaam en sociaal ondernemen verenigen.
Tekst: Joris Hendrickx
Hoe belangrijk is duurzaamheid binnen jullie sector?
Elke: “Eigenlijk is dat belangrijk in alle aspecten van ons bedrijf. Ik denk dan aan ons personeel en onze klanten, maar ook aan bepaalde procedures, de voertuigen die we gebruiken, enz. Zeker onze grotere klanten eisen in hun tenders steeds meer inspanningen op het vlak van duurzaamheid. Ze willen dat we dat ook echt bewijzen vooraleer ze een samenwerking in overweging nemen.”
Frank: “Er is duidelijk een groeiend bewustzijn over het belang van duurzaamheid bij klanten. Dat maakt dat wij onszelf, onze processen en de door ons gebruikte producten continu in vraag moeten blijven stellen en verbeteren. Wanneer we specifiek kijken naar onze activiteiten worden we er het meest mee geconfronteerd binnen onze cleaningafdeling. We werken daar immers met chemische producten. Het spreekt voor zich dat het cruciaal is om producten te gebruiken die zo milieuvriendelijk mogelijk zijn.”
Welke stappen hebben jullie concreet ondernomen om jullie schoonmaakactiviteiten duurzamer te maken?
Elke: “In 2020 beslisten we om niet langer afhankelijk te zijn van één vaste leverancier waarbij we al jarenlang dezelfde producten en materialen kochten. In plaats daarvan richtten we een eigen intern magazijn in.”
Frank: “In het kader van duurzaamheid gaf dat ons de mogelijkheid om overal in de markt te zoeken naar de beste en meest milieuvriendelijke producten die er te vinden zijn. Vooral de afbreekbaarheid van deze producten is erg belangrijk, maar ook hun concentratie en zelfs de verpakking. Sommige verpakkingen komen immers met een doseringsmogelijkheid, waardoor onze mensen steeds de juiste hoeveelheid kunnen gebruiken en zo minder verspillen. Daarnaast vonden we ook innovatieve microvezeldoeken en andere textielmaterialen die langer meegaan en waarmee zuiniger kan worden gewerkt. We hebben nu zelfs nieuwe poetskarren die grotendeels bestaan uit gerecycleerd materiaal dat afkomstig is van plastic flessen van schoonmaakproducten.”
Op welke manier vertalen jullie duurzaamheid ook naar jullie andere twee pijlers, namelijk de dienstencheques en de verhuurafdeling van hoogwerkers?
Frank: “In onze strijkateliers rusten we onze mensen uit met zo goed mogelijke materialen en middelen. Vooral ergonomie is daarbij een belangrijk aandachtspunt. Duurzaamheid kan je in de brede betekenis immers ook zien als zorg dragen voor het welzijn van je werknemers. Maar ook in de enge zin doen we inspanningen. Zo gebruikten we vroeger tussen de twaalf en vijftien ton plastic per jaar voor het inpakken van de kledingstukken. Sinds vorig jaar hebben we dat afgebouwd naar minder dan 5% van dat volume.”
Elke: “Het sociale aspect is zeker ook belangrijk. We hebben daarom een eigen interne opleidingsafdeling waarmee we ons richten op mensen die in andere sectoren vaak geen of weinig kansen krijgen en waarmee we ons huidige personeel blijven motiveren.”
Frank: “Binnen onze verhuurafdeling zetten we dan weer sterk in op een jong wagenpark met een zo laag mogelijke uitstoot. Al onze voertuigen zijn minstens euronorm 6.”
Elke: “Daarnaast zorgen we er met onze interne mecaniciens ook voor dat deze steeds perfect onderhouden zijn. Slecht onderhouden voertuigen verbruiken immers meer. ”
Jullie zijn ondanks jullie grootte en lange geschiedenis nog steeds een familiaal bedrijf. Welke voordelen biedt dat?
Frank: “Ik ben geboren en getogen in deze sector. Ook mijn grootvader en vader hadden immers een schoonmaakbedrijf. Ik heb ervoor gekozen mijn eigen weg op te gaan. Intussen bestaan we al achttien jaar en zijn we doorgegroeid naar een groep met tweeduizend werknemers. We zijn marktleider in de hotelsector, maar hebben eigenlijk klanten in zowat alle sectoren, gaande van kleine kmo’s tot zeer grote bedrijven en organisaties. Iedereen is welkom.”
Elke: “Als familiaal bedrijf is het warme menselijke en persoonlijke aspect ontzettend belangrijk voor ons. We nemen altijd de tijd om samen te kijken wat iedere klant specifiek nodig heeft. Op basis daarvan leveren we steeds maatwerk, want de noden en wensen van iedere klant zijn anders.”
Frank: “We hebben in dat kader minder klanten dan een doorsnee bedrijf van dezelfde grootte in onze sector. Ook ons commercieel team is veel kleiner. Voor ons is het vooral belangrijk dat we onze bestaande klanten én ons personeel zo goed mogelijk begeleiden, zodat zij bij ons blijven.”
Elke: “Onze interne structuur is bovendien heel vlak en transparant. De deur van ons kantoor staat de hele dag open voor wie vragen heeft. Ook inspecteurs en arbeiders kunnen gewoon binnenwandelen. We vinden het nu eenmaal erg belangrijk dat zowel wij als andere mensen binnen ons team goed bereikbaar zijn.”
Heeft corona een impact gehad op de vraag naar jullie schoonmaakdiensten?
Elke: “Door corona is de vraag naar desinfectie tijdelijk sterk gestegen, maar dat hangt vooral samen met een eventuele stijging van de besmettingscijfers.”
Frank: “We hebben nog nooit zoveel nieuwe contracten afgesloten als in 2020 en 2021. Bedrijven beseffen meer dan ooit dat schoonmaak best kan worden uitbesteed aan een gespecialiseerde partner. Het is immers veel meer geworden dan simpelweg even stofzuigen en dweilen. Een ander groot voordeel voor klanten is dat we flexibel ter beschikking staan wanneer op- of afschaling nodig is. Uitbesteding zorgt er meteen ook voor dat zij zich kunnen focussen op hun kernactiviteiten.”
Wat zijn jullie doelen voor de nabije toekomst?
Frank: “We stellen geen grote doelen. Het bedrijf dat mijn vader had, telde ongeveer negenhonderd werknemers. Toen ik Group-f oprichtte, had ik het idee om het te limiteren tot niet meer dan 250 werknemers. Intussen zijn het er tweeduizend geworden. Ons doel is vooral om ons personeel en onze klanten in de watten te leggen. Verder zien we wel wat er op ons afkomt. Wel ben ik van mening dat je als bedrijf tussen de 5 en 10% moet groeien om dynamisch te blijven. Helemaal niet groeien, is stilstaan, wat dan weer niet in mijn woordenboek past.”
