Vrije beroepers kampen met heel wat specifieke uitdagingen op vlak van personeelsbeleid en competentieversterking. Een gespecialiseerd opleidingscentrum biedt hen daarom de nodige ondersteuning. Interview met Nele Muys, manager van Liberform.
Tekst: Joris Hendrickx
Wat zijn de grootste uitdagingen voor vrije beroepers in België?
“Wij richten ons specifiek op bepaalde vrije beroepen, zoals advocaten en gerechtsdeurwaarders, accountants en belastingadviseurs, bedrijfsrevisoren, architecten, landmeters en dierenartsen. Samen zijn deze goed voor 8.700 werkgevers en zo’n 36.000 werknemers, en die aantallen groeien.”
“Er staan in onze sector heel wat vacatures open die niet ingevuld raken. Voor deze jobs is vaak immers een hoge scholingsgraad vereist. Bovendien circuleren in de sector van de vrije beroepen veel profielen die ook in andere sectoren nodig zijn. Ik denk daarbij aan administratieve medewerkers, boekhouders, juridische ondersteuning, architecten en landmeters die ook veel gevraagd worden bij onder meer de overheid. We moeten er dus absoluut voor zorgen dat de sector van de vrije beroepen aantrekkelijker wordt voor deze profielen.”
Hoe willen jullie daarbij helpen?
“In dat kader zijn we met Liberform aanwezig op SID-in beurzen om leerlingen te informeren over wat onze sector precies inhoudt en welke jobs zij bij ons zoal zouden kunnen invullen. Nog te vaak denkt men immers enkel aan het vrije beroep zelf, en niet aan alle ondersteunende personeelsleden die daar rondlopen, zoals technisch tekenaars, IT’ers en communicatieverantwoordelijken. We willen dus een zo breed mogelijk beeld geven zodat jongeren beter weten welke opportuniteiten er voor hen zijn bij vrije beroepers.”
Werkplekleren en duaal leren zijn een creatieve oplossing voor de war for talent en het gebrek aan hooggeschoolde werknemers.
“Bovendien zijn we meegestapt in enkele trajecten van hogescholen rond werkplekleren en duaal leren. We willen hiervoor een draagvlak creëren in onze sector omdat het een creatieve oplossing is voor de war for talent en het daarbij horende gebrek aan hooggeschoolde werknemers. We willen duidelijk maken dat een stagiair(e) een vast deel moet uitmaken van het personeelsbeleid en er dus ook actief moet worden nagedacht over zijn of haar rol. Werkgevers moeten daar echt tijd voor vrijmaken en mee bezig zijn. In dat kader brengen we hen trouwens ook in contact met hogescholen zodat zij al tijdens de initiële opleiding stageplaatsen kunnen aanbieden. Leerlingen leren zo op de werkvloer wat de sector inhoudt en welke rol zij er zouden kunnen opnemen.”
Welke noden zijn er bij vrije beroepers op het vlak van competentieversterking?
“In de sector van de vrije beroepen dienen er zowel door de zelfstandigen en de werkgevers als door de werknemers heel wat opleidingen en vormingen te worden gevolgd om erkend te kunnen blijven. Zo moeten boekhouders en accountants jaarlijks minstens veertig uur opleiding volgen. De focus van die opleidingen ligt meestal vooral op vaktechnische vaardigheden. Hierdoor worden de algemene competenties vaak onderbelicht. Het voorbije anderhalf jaar heeft ons nochtans meer dan ooit duidelijk gemaakt dat ook digitale vaardigheden en het intern en extern kunnen samenwerken de nodige aandacht verdienen.”
“Als vormingsfonds willen we daarom net in de kijker zetten dat men naast de verplichte vaktechnische opleidingen zeker ook die andere vaardigheden niet mag vergeten. In het verlengde hiervan voeren we momenteel een onderzoek rond de competentieprognoses voor 2030. Daaruit komt duidelijk naar voor dat digitale, communicatieve en timemanagementskills heel erg belangrijk zullen worden. Door het digitale werken zal bovendien ook een zekere kennis van cyber security cruciaal zijn. Bij vrije beroepen zijn de gegevens van de klanten immers het belangrijkste kapitaal. Kunnen werken in een veilige digitale omgeving zal daarom een basisvereiste zijn.”
Uit een onderzoek rond de competentieprognoses voor 2030 blijkt dat digitale, communicatieve en timemanagementskills heel erg belangrijk zullen worden.
Op welke manieren helpen jullie nog om bepaalde uitdagingen op te lossen?
“We geven geen tweede- en derdelijnsadvies, daarvoor zijn er reeds voldoende andere spelers op de markt. Wel hebben we een toolbox met checklists ontwikkeld die vrije beroepers helpt om aan bepaalde zaken te denken. Stel dat men een nieuwe werknemer wil aanwerven, dan krijgt men via die weg tips over hoe men de vacature best opstelt om een zo breed mogelijk publiek aan te spreken en langs welke kanalen men die vacature kan verspreiden.”
“Na de aanwerving maken we vrije beroepers attent op het belang van een goed onthaalbeleid. We geven hen hiervoor inzicht in het regelgevend kader en delen een checklist met tips en suggesties. Verder hebben we ook een checklist voor diversiteit en personeelsbeleid. Onlangs hebben we daar nog een lijst aan toegevoegd rond telewerk. Daar was sinds de coronacrisis immers een enorme nood aan. Verder willen we duidelijk maken dat MVO meer is dan CO2-reductie en minder papiergebruik. Het gaat ook over het personeelsbeleid (welzijn, een goede arbeidscontext, diversiteit, teamwerking,…). Zo’n 90% van de werkgevers heeft echter minder dan tien werknemers. Daarom verwachten we niet zozeer grote initiatieven, maar willen we een draagvlak creëren en de nodige elementen aanreiken om hiermee aan de slag te gaan.”
Waar willen jullie in de toekomst nog sterker op inzetten?
“In samenwerking met de ordes en instituten die dicht bij de sector staan, willen we onze sector zo correct mogelijk in beeld brengen, zodat er meer instroom ontstaat. Daarnaast willen we die mensen vervolgens ook behouden. Vandaag vloeien nog te veel mensen uit omdat ze bijvoorbeeld hun statuut zien veranderen van werknemer naar zelfstandige. De sector van de vrije beroepen is gekenmerkt door een jonge leeftijdspiramide, dus daar moeten we aan werken. Bovendien zetten we sterk in op mentorschap in het kader van stagebegeleiding. Dat gaat zowel over stagiairs die een bachelor- of masteropleiding volgen als over de reeds afgestudeerden die een stage lopen om een beroepserkenning te krijgen als advocaat, accountant of architect. Tot slot willen we onze vrije beroepers ook de nodige tools aanreiken om digitaal te kunnen samenwerken.”