Home » Ondernemen » “De drempel om te ondernemen is lager geworden”
Ondernemen

“De drempel om te ondernemen is lager geworden”

Elk jaar wagen bijna vierhonderd nieuwe digitale start-ups zich op de Belgische markt. Een groot aantal, maar slechts 20% heeft kans om door te breken. “Nochtans is ondernemen de toekomst”, zegt Omar Mohout, professor Groeistrategie aan de Antwerp Management School en Solvay Brussels School of Economics and Management.

Tekst: Sandra Gasten – Foto’s: Bart Dewaele

Steeds meer jongeren beginnen een start-up. Is ondernemen de laatste jaren makkelijker geworden dan vroeger?

“Absoluut. Er bestaat een bloeiend ecosysteem in dit land, zeker in de wereld van de digitale en technologische start-ups. Vroeger moest je over veel financiële middelen beschikken voor je kon starten. De aankoop van een server bedroeg al snel tienduizenden euro’s, een database kostte nog eens zoveel aan licentiekosten.”

“In de digitale wereld vandaag, waarin er wordt gewerkt met cloudapplicaties en opensourcesoftware, zijn de initiële investeringen minimaal. En omdat alles via het internet gaat, zijn de distributiekosten bijna nihil.”

“Bovendien sta je er als ondernemer niet meer alleen voor. Er zijn incubatoren en acceleratoren, events, adviesraden, opleidingen, overheidssteun en investeerders. Ook de media besteden veel aandacht aan start-ups. De drempel om te ondernemen is dus significant lager geworden.”

Is die drempel misschien niet net iets té laag geworden?

“Nee, die drempel kan volgens mij niet laag genoeg zijn. Ik wist vroeger niet dat ondernemen een carrièreoptie was. Je moest toen bij een bekend bedrijf een vaste job in loondienst proberen te vinden. Nu weten afgestudeerden dat ondernemen een keuze kan zijn.”

Als we onze welvaart willen behouden, is het voor ons als maatschappij belangrijk om onze mensen aan te moedigen om te ondernemen.

“Ook in het onderwijs wordt daar meer aandacht aan besteed, en dat is een positieve evolutie. De kans dat er zich in de toekomst in België een groot bedrijf zal vestigen en 10.000 jobs zal creëren, is immers klein. Bedrijven worden net kleinschaliger en het aantal werknemers kleiner. Willen we onze welvaart behouden, dan is het voor ons als maatschappij belangrijk om onze mensen aan te moedigen om te ondernemen.”

Maar ondernemen is toch niet zonder risico’s?

“Er is een groot risico op falen wanneer men iets innovatiefs op de markt gaat zetten – slechts een kleine groep breekt door. Maar zij zorgen wel voor jobs, economische meerwaarde en internationale expansie. Het zijn de scale-ups die voor economische groei zorgen. Zonder innovatie komen er minder nieuwe producten en diensten op de markt.”

“Bovendien is het financiële risico beperkt voor iemand die begint te ondernemen. De initiële investeringen zijn klein, waardoor je gemakkelijk tot een jaar kan experimenteren. Het is uiteraard wel belangrijk dat je geen schulden of persoonlijke leningen aangaat. Alles hangt af van een goede voorbereiding, marktonderzoek en productpositionering. En stel dat je na een jaar stopt, heb je meteen een grote hoeveelheid ervaring opgedaan.”

“Bij een werkgever kan je in een jaar tijd nooit zo’n uitgebreide ervaring opdoen. Er is gewoon geen snellere leercurve die zowel in de breedte als in de diepte gaat dan ondernemen”

Toch zei je in een interview: je moet wat naïef zijn om te willen ondernemen. Waarom?

“Het optimisme rond ondernemerschap is vaak misplaatst, het wordt te romantisch voorgesteld. Ondernemen brengt ook een pak stress met zich mee. Er zijn heel wat uitdagingen: de druk om nieuwe klanten te vinden, klachten van ontevreden klanten, nieuwe talenten aantrekken terwijl anderen je bedrijf verlaten, de cashflow positief houden, enz.”

“Veel mensen zouden – indien ze op voorhand wisten waar ze aan begonnen – er misschien nooit aan begonnen zijn. En die onderschatting gebeurt ongeacht de leeftijd van de would-be ondernemer. Je moet dus leren omgaan met enerzijds een totale verantwoordelijkheid voor wat je doet of niet doet en anderzijds de extreme onzekerheid eigen aan ondernemen. En dat lukt niet iedereen.”

Welke omstandigheden zorgen ervoor dat een start-up uitgroeit tot een stabiele kmo?

“Eerst en vooral moet er een behoefte zijn voor het product of dienst die groot genoeg is om een duurzame markt te vormen. Daarnaast is het noodzakelijk om de juiste talenten aan te trekken. Dat lijkt evident, maar is het helemaal niet.”

Ik wist vroeger niet dat ondernemen een carrièreoptie was. Je moest toen bij een bekend bedrijf een vaste job in loondienst proberen te vinden. Nu weten afgestudeerden dat ondernemen een keuze kan zijn.

“Een hooggeschoold techneut heeft bijvoorbeeld niet altijd de juiste commerciële skills. Ten derde moet je voor de groei van je onderneming toegang tot risicokapitaal hebben. En dat risicokapitaal is in België kleiner dan in het buitenland. De afgelopen dertig jaar hebben investeerders bijvoorbeeld vier miljard euro in digitale bedrijven gepompt in dit land, terwijl we enkel al voor het Amerikaanse Uber spreken over dertig miljard euro. Dat is een competitief nadeel tegenover buitenlandse bedrijven.”

“Tot slot is timing een belangrijke factor. Als je vijf jaar te vroeg een innovatie in de markt zet, kan dat even erg zijn als vijf jaar te laat.”

Veel start-ups bestaan door funding, vaak door grote investeerders. Moeten ook kmo’s zich meer richten op die ‘corporate venturing’?

“België heeft weinig multinationals van eigen bodem, de ruggengraat van onze economie wordt gevormd door kmo’s. Alleen zijn zij niet altijd even geavanceerd als het over het digitale aspect gaat, waardoor ze de boot van de digitale transformatie dreigen te missen. Omdat een start-up net heel innovatief is op digitaal vlak, is dat een strategisch voordeel dat kmo’s uit samenwerking, corporate venturing dus, kunnen halen. Die start-ups krijgen dan weer de financiële middelen die ze nodig hebben om te groeien.”

De combinatie van de innovatiekracht van een start-up en de schaalgrootte en het marktbereik van een kmo is dus het perfecte huwelijk.

“De combinatie van de innovatiekracht van een start-up en de schaalgrootte en het marktbereik van een kmo is dus het perfecte huwelijk. Jammer genoeg is de bereidheid tot samenwerking niet altijd even groot, terwijl die net wel noodzakelijk is om in de toekomst te kunnen meedraaien. De meeste bedrijven beseffen wel dat ze moeten evolueren, maar dat concreet realiseren, is nog een heikel punt.”

Je nieuwe boek zal over maatschappelijk ondernemerschap gaan. Hoe belangrijk wordt dat de komende jaren?

“Het nieuwe boek dat ik samen met Kaat Peeters schrijf, heet Leaving a Legacy en is vertrokken vanuit een belangrijke observatie. Bij de nieuwe generatie ondernemers draait het niet alleen om ondernemen, maar ook om het blijven maken van impact. Klimaat, gezondheid en welzijn worden belangrijker, terwijl geld verdienen als doel minder belangrijk wordt.”

“Hoe maak je als onderneming impact in de samenleving? Denk bijvoorbeeld aan de Gentse start-up Boomtown die flessenwater wil vervangen door leidingwater voor festivals en horecazaken. Zo maakt dat bedrijf aan het publiek duidelijk dat leidingwater drinkbaar is, vermindert het aantal plastic flesjes drastisch en wordt transport uitgespaard.”

“Ondernemers denken meer na over hoe je de maatschappij beter kunt achterlaten dan hoe je ze aangetroffen hebt. Die delta tussen voor en na is wat we impact noemen. Uiteraard moet je winst genereren om je bedrijf en dus impact duurzaam te maken, alleen is die winst een hefboom om die maatschappelijke impact te verhogen.”

Next article