Het traditionele kantoorgebouw is ten dode opgeschreven. De laatste jaren heeft de kantooromgeving een serieuze evolutie ondergaan. “Kantoren worden dynamische plekken waar beleving en de behoeften van de werknemers centraal staan”, zegt Chris Huybrechts, CEO van Projectatelier.
Tekst: Sandra Gasten
Chris Huybrechts
CEO
Projectatelier
Welke ontwikkelingen hebben de kantooromgeving de laatste jaren veranderd?
“De evolutie naar het ‘anders werken’ was al langer aan de gang. Enerzijds zitten er vier generaties op de werkvloer die andere behoeften hebben, anders omgaan met de realiteit van werken en anders gebruikmaken van de technologie.”
“Ook het economische aspect speelt een rol: bedrijfsvastgoed wordt almaar duurder. Daarnaast heeft de coronacrisis bepaalde ontwikkelingen nog versneld. Heel wat bedrijven die vroeger weigerachtig tegenover thuiswerk stonden, hebben deze werkvorm nu wel aanvaard.”
Wat zijn de gevolgen daarvan op de kantoorinrichting?
“Voor wij een kantoor inrichten, voeren we een studie uit van de organisatie, het gebouw en de werknemers. Elk bedrijf is verschillend en heeft andere noden. Maatwerk is noodzakelijk. Evoluties als telewerk, glijdende werkuren of meer deeltijdse werknemers vertalen zich op de werkvloer.”
“Een belangrijke trend is daarom de optimale benutting van de kantoorruimte door de creatie van gedeelde flexwerkplekken, in functie van het aantal mensen dat op kantoor aanwezig is. Tegelijk blijft het sociale aspect belangrijk: er is behoefte om samen te werken met collega’s en elkaar te ontmoeten in gemeenschappelijke ruimten. Ook de ergonomische noden komen op de voorgrond en er is meer aandacht voor ontspanning.”
Terwijl bij de oudere generatie het loon en een bedrijfswagen belangrijk waren, gaat de jongere generatie meer voor zelfontplooiing, en dat liefst in een mooie werkomgeving.
Is er een trend die er tussenuit springt?
“Het thuiswerk heeft tot gevolg gehad dat werknemers op kantoor een andere setting verwachten: een kantoor mag geen koele werkomgeving meer zijn, het moet een plek zijn die de moeite is om naar terug te keren. En dat betekent dat beleving belangrijker wordt.”
“Wij creëren die beleving door het stimuleren van de vijf zintuigen. Horen komt overeen met een goede akoestiek, ruiken met een herkenbare geur bij het binnen- en buitenstappen van het gebouw, kijken door de introductie van esthetische vormen en kleuren, smaken door een mooi interieur en voelen door het gebruik van warme materialen. Niet onbelangrijk is ook de psychologische behoefte van de werknemers: voelen zij zich goed of bevorderen bepaalde knelpunten in de omgeving net stress?”
Zitten werkgevers en werknemers te wachten op al die veranderingen?
“Zowel bij grote, middelgrote als kleine bedrijven wordt daar aandacht aan besteed. Bedrijven willen hun werknemers ‘verleiden’ om naar kantoor te komen. Maar ook werknemers hechten daar belang aan. Terwijl bij de oudere generatie het loon en een bedrijfswagen belangrijk waren, gaat de jongere generatie meer voor zelfontplooiing, en dat liefst in een mooie werkomgeving.”
“Werknemers willen ook meer flexibiliteit op de werkvloer en zich kunnen verplaatsen, afhankelijk van hun taken, naar een andere omgeving. De werkvloer wordt dus een dynamische plek waar verschillende werksferen mogelijk zijn en waar beleving centraal staat.”