De digitale revolutie die we meemaken is een technologisch, economisch en sociaal mirakel. Mathieu Michel, Staatssecretaris voor Digitalisering, geeft duiding bij de weg die we moeten inslaan op digitaal vlak.
Ondanks de gezondheidscrisis die de wereld in zijn greep houdt, versnelt de groei van de digitale economie op een indrukwekkende manier.
De privésector is wendbaar; in dat opzicht mag men zich zeker afvragen welke meerwaarde de staat kan en mag aanvoeren in een proces waarvan de competentie grotendeels beheerd wordt door creatieve en efficiënte privéoperatoren.
Vertrouwen in creatief proces
Als liberaal ben ik ervan overtuigd dat het de taak van de staat is om een context op te bouwen die de creativiteit bevordert van individuen die deel uitmaken van de samenleving. Dat moeten we doen door hun interacties zo efficiënt mogelijk te maken en hen openbare tools te geven waarmee ze hun potentieel ten volle kunnen ontwikkelen.
In dat kader ben ik van mening dat de grootste deugd die de overheid kan uitoefenen het vertrouwen in het creatieve genie van haar bevolking is. Dat vertrouwen is essentieel om het belangrijkste kapitaal van die sector op te bouwen, te ontwikkelen en te versterken, namelijk de verbeelding.
Vertrouwen lag altijd al aan de basis van de technologische, economische en sociale ontwikkeling van de mensheid.
In een tijd waarin identiteitsreflexen, extremistische verleidingen en catastrofes alsmaar vaker voorkomen, is het onze uitdaging om de samenleving vertrouwen te geven in de nieuwe technologieën.
Digitale oplossingen bieden duurzame antwoorden
Vandaag de dag, nu de handel versnelt en zich wereldwijd verspreidt, lijkt het vertrouwen, dat essentieel is om te onderhandelen met onbekende spelers, ondermijnd te worden door de exponentiële evolutie van technologische concepten en angsten. De drijvende kracht daarvan lijkt meer te liggen in de inzet van exclusieve rijkdommen van enkele grote groepen dan in de evolutie van een gezamenlijke vooruitgang.
Die situatie zorgt er jammer genoeg voor dat er steeds meer wantrouwen is ten opzichte van innovatie, en dus ook digitale innovatie. Toch bieden digitale oplossingen een aantal passende, rendabele en duurzame antwoorden op de fundamentele uitdagingen van vandaag, die erg vaak gedragen worden door een jonge generatie van ondernemers die maatschappelijk geëngageerd zijn.
In dat onstuimige ecosysteem moeten we ons een fundamentele vraag stellen: waarin kan de staat significant bijdragen om het digitale vertrouwen op te bouwen?
In die context denk ik dat er drie essentiële acties zijn: vereenvoudigen, beveiligen en stimuleren:
1
Vereenvoudigen
Eerst en vooral wil ik de relaties tussen bedrijven of burgers en de overheid vereenvoudigen door een eenvoudige, gebruiksvriendelijke, uniforme en performante interface te creëren waarmee mensen rechtstreeks kunnen communiceren met alle overheidsinstellingen van het land, ongeacht hun IT-systemen. De burger hoeft niet verantwoordelijk te worden gehouden voor het feit dat we een complex institutioneel model hebben. In een ingewikkelde institutionele realiteit is het de plicht van de staat om particulieren een flexibele en efficiënte toegang tot essentiële overheidsdiensten te bieden.
In dat opzicht zal de implementatie van één digitale toegangspoort (‘single digital gateway’), dat de Europese Raad in 2018 heeft goedgekeurd, een echte transversale motor zijn voor digitale en administratieve vereenvoudiging. Het verplicht lidstaten namelijk om de digitale toegang tot een twintigtal vereenvoudigde procedures voor alledaagse rechtshandelingen gemakkelijker te maken (akte van geboorte, huwelijk enz.).
De administratieve vereenvoudiging, een fundamentele uitdaging, moet voor 2023 geïmplementeerd zijn. Door rechtstreekse toegang tot de gevraagde informatie te verzekeren, overbodig papierwerk af te schaffen en stappen aanzienlijk te verlichten, zal de staat een echte bondgenoot kunnen worden voor bedrijven en burgers. Zo wordt hun leven eenvoudiger en besparen ze tijd en geld.
2
Veiligheid
Ten tweede wil ik de digitale veiligheid versterken door immorele, dubieuze en illegale praktijken op het net te bestrijden. Een geglobaliseerd virtueel universum dat vaak losstaat van een reële territoriale verantwoordelijkheid zorgt voor een gevoel van straffeloosheid voor afwijkend en/of verwerpelijk gedrag. En bovendien voedt dat het onveiligheidsgevoel om digitale tools in het dagelijkse leven te gebruiken.
3
Stimuleren
Ten derde wil ik samen met de regering de creativiteit en innovatie van onze bedrijven stimuleren door normatieve, fiscale en digitale tools te bouwen die relevant zijn voor hun ontwikkeling. De overheid beschermt bijvoorbeeld enorme gegevensbronnen met betrekking tot gezondheid, mobiliteit of economie.
Die gegevens zijn in mijn ogen natuurlijke hulpmiddelen die, door een proactief ‘open data’-beleid en met naleving van de AVG, gratis ter beschikking kunnen worden gesteld van burgers, bedrijven en kmo’s. Met hun intelligentie en verbeelding kunnen ze die gegevens gebruiken om nieuwe projecten en nieuwe digitale waardeketens te ontwikkelen.
Vooruitgang op vlak van milieu, maatschappij en economie
Digitaal vertrouwen opbouwen is zowel een veeleisende als boeiende taak. Maar het is in de eerste plaats een collectieve taak. De overheid moet meer vertrouwen stellen in haar burgers en bedrijven en moet bewijzen dat ook zij het volste vertrouwen verdient van iedereen die bijdraagt aan de digitale reputatie van België.
Algemener gezegd: in een tijd waarin identiteitsreflexen, extremistische verleidingen en catastrofes alsmaar vaker voorkomen, is het onze uitdaging om de samenleving vertrouwen te geven in de nieuwe technologieën.
Ik ben er immers van overtuigd dat met digitale innovatie, die om nobele redenen en in het juiste kader ontwikkeld werd, aanzienlijke vooruitgang geboekt zal worden op het vlak van milieu, maatschappij en economie.
Daar zet ik me in ieder geval resoluut voor in.