Kristof Van der Stadt, Editor in Chief bij Data News, geeft zijn kijk op de opkomst van alles wat verbonden is met het internet: The Internet of Things. Wat is het potentieel, en wat zijn de valkuilen?
Aan consumentenkant kijken we er al lang niet meer van op dat allerlei alledaagse gebruiksvoorwerpen verbonden zijn met internet: de slimme thermostaat, de met een app instelbare wasmachine, de geconnecteerde luchtventilator, een speaker met slimme assistent, je lampen, je wagen en noem maar op. Het zogenaamde Internet of Things (IoT) is er realiteit en heel erg tastbaar.
Internet of Things in bedrijven
Aan bedrijvenkant is IoT dikwijls veel minder visibel of minder tastbaar, maar daarom niet minder relevant. De ‘things’ zijn er heel erg variabel en vooral afhankelijk van de sector. We spreken dan dikwijls meteen ook over een andere schaalgrootte. Denk dan een slimme verwarming, ventilatie en/of verlichting voor hele kantoorgebouwen: het ‘smart building’ segment van IoT. Aan aantoonbare meerwaarde bovenop het comfort van de werknemers geen gebrek: minder stroomverbruik, gezondere luchtkwaliteit, efficiëntere indeling van kantoorruimte enzovoort.
De grote kracht van IoT in een bedrijfscontext zit in sensoren en in data analyse. Dé grote misvatting die dan al gauw naar boven komt is dat je dan automatisch spreekt over een gigantisch IT-project met bijbehorende investeringen om data te verzamelen, te analyseren en te integreren met je bestaande infrastructuur. Dat kan zo zijn, maar in heel wat andere gevallen kan een IoT-project ook meteen van aantoonbare waarde zonder dat er duizelingwekkende budgetten tegenover staan.
Een schoolvoorbeeld zijn allerlei ‘track & trace’-achtige oplossingen. Denk aan een aannemer die graag wil weten op welke werven zijn duur(zaam) materiaal terug te vinden is en die eventueel ook de rotatie van dat materiaal wil optimaliseren. Bij uitbreiding zijn er ook heel wat scenario’s en use cases te bedenken binnen de brede logistieke sfeer: van het volgen van voertuigen tot het afleveren van pakjes.
Alles wat verbonden is met je bedrijfsnetwerk is een mogelijke toegangspoort voor aanvallers die het gemunt hebben op je data of die het liefst van al ransomware op je netwerk dumpen.
Andere sectoren
Waar dikwijls veel minder aandacht naar toe gaat, is naar de projecten in minder evidente sectoren zoals de landbouw. Nochtans zijn precies daar grote voordelen te boeken. Dan hebben we het over sensoren die de kwaliteit van de grond en vooral de bodemvochtigheid monitoren. Of die letterlijk in het oog houden hoeveel zonlicht de gewassen te zien krijgen. Voeg een en ander samen en je krijgt al snel een idee hoe je gewassen er voor staan en tegen wanneer ze bijvoorbeeld oogstbaar zullen zijn.
Een van de snelstgroeiende IoT-segmenten in een bedrijvencontext is momenteel de industrie. In die mate dat we het dan zelfs over IIoT hebben: geen tikfout, maar afkorting van het Industrial Internet of Things. Dan gaat het over bijvoorbeeld de monitoring van een machine, het deels of verder automatiseren van werk aan een lopende band of naar onderhoud vanop afstand. Toekomstmuziek? Nee hoor, in heel wat productieomgevingen draaien al IIoT-projecten, vaak ook in één adem genoemd met robotisering.
Opletten voor valkuilen
Toch blijft het zoals zo vaak in IT oppassen voor opgeklopte verwachtingen en valkuilen. Ja, het potentieel is er onmiskenbaar. Wie nog geen IoT-project lopende heeft, denkt maar beter dringend eens na of er toch geen voordelen te bedenken zijn. Maar valkuilen zijn er ook. Wie bijvoorbeeld over nog geen betrouwbaar dataplatform beschikt, kan weleens met extra kosten te maken krijgen die wél hoog oplopen. Denk ook goed na over wat je precies uit een IoT-project wil halen. ‘Meten is weten’, is snel gezegd, maar brengt die wetenschap ook meerwaarde die je kan verzilveren? En last but not least: vergeet het security-aspect niet.
Alles wat verbonden is met je bedrijfsnetwerk is een mogelijke toegangspoort voor aanvallers die het gemunt hebben op je data of die het liefst van al ransomware op je netwerk dumpen. Wat gezonde paranoïa is op dit vlak echt wel op zijn plaats: dat hebben de vele cybersecurity-aanvallen van de afgelopen jaren bewezen.