De war for talent naar ICT-profielen stelt bedrijven meer dan ooit voor enorme uitdagingen, maar is die vaak agressieve zoektocht naar nieuw technisch talent wel de juiste aanpak? Thomas Vleugels (founder) en Piet Leemans (marketing strategist) van het Antwerps rekruteringskantoor Madison Recruitment, leggen uit hoe je het verschil kan maken.
De voorbije twaalf maanden bedroeg de spanningsratio voor ICT-jobs bij VDAB maar liefst 0,30. Als rekruteringskantoor gespecialiseerd in ICT, Engineering en Supply Chain, zit Madison middenin het getouwtrek. Het kantoor heeft die markt voor, tijdens en na COVID stevig zien fluctueren, met als piekmoment de herfst en winter van 2021.
Welke evoluties hebben jullie vastgesteld de voorbije jaren?
Vleugels: “De vergrijzing, de digitalisatie en uiteraard COVID hebben de strijd om ICT-talent de laatste jaren fel geïntensifieerd. Het gedrag van Belgische bedrijven nam voor januari extreme vormen aan om toch hun slag te kunnen slaan: absurde tegenvoorstellen met excessieve loons- en pakketverhogingen, freelancetarieven ver boven het aanbod van bedrijven, enz. In de VS is die exuberante opbodcultuur een halŒaar geleden wel wat gaan liggen. We weten dat wat daar op de arbeidsmarkten ontstaat, hier meestal een halŒaar later gebeurt. En dat blijkt te kloppen: de gekte in België heeft zich stilaan weer hersteld naar het ‘normale’ niveau, waar de strijd nog wel steeds erg groot is.”
Maar liefst 60% van de softwareontwikkelaars startte de voorbije twee jaar bij een nieuwe werkgever.
Wat maakt een job interessant voor potentiële kandidaten?
Vleugels: “De meeste bedrijven focussen nog steeds erg op verloning. Uiteraard is dat een cruciale factor, maar voor de schaarse ICT’er gewoonweg voor de hand liggend. Een belangrijke kanttekening is wel dat dankzij de recente/toekomstige indexsprongen en de inflatie het nog meer aangewezen zal zijn als bedrijf om je verloningspakket f iscaal te optimaliseren. IP-rechten, cafetariaplan, maaltijdcheques,… Al deze aspecten moeten juist zitten, en dat is nog altijd bij erg veel bedrijven niet het geval.”
Leemans: “Begrijp ons niet verkeerd. Loon is bij ICT’ers natuurlijk nog steeds één van de belangrijkste criteria tijdens hun zoektocht naar een nieuwe job. Het zijn echter de werkgevers die een goed loonpakket combineren met een duidelijke technologische strategie die de strijd veel vaker winnen. We zien dat trouwens niet alleen in onze eigen data. Veel studies tonen aan dat ‘het bereiken van een technologisch plafond’ dé belangrijkste factor is voor een ICT’er om van werkgever te switchen. Of ze worden freelancer, om zo zelf technologische invulling te geven aan hun job. De jaarlijkse survey van Stack Overflow leert ons zelfs dat meer dan 60% van de Belgische softwareontwikkelaars openstaat voor nieuwe opportuniteiten. Concreter startte bijna 60% de voorbije twee jaar bij een nieuwe werkgever. Waarom? Omdat ze technologisch niet genoeg geprikkeld werden. Het antwoord op de ‘war for talent’-vraagstuk is dus zeker niet alleen ‘het optimaal aantrekken van nieuw talent’.”
Wat is dan jullie belangrijkste boodschap naar bedrijven toe?
Vleugels: “We spreken misschien tegen onze eigen winkel, maar investeer in een goed retentiebeleid! Bied naast een goede verloning ook technologische uitdaging en perspectief. Die investering is beduidend lager dan het aanwerven van nieuw personeel. De totale kost om een vertrekkende, ingeburgerde ICT’er op te vangen, is immers veel hoger dan louter de prijs voor zijn of haar vervanger. Je moet ze eerst vinden, opleiden, vertrouwd maken met de omgeving, producten, enz. Bovendien trekken gelukkige, bekwame ICT’ers andere getalenteerde mensen aan.”
Leemans: “We zien hier trouwens al grote verschillen tussen pure, vaak kleinere ICT-bedrijven en grote, logge spelers die een ICT-afdeling hebben. De zuivere ICT-huizen zijn veel beter in staat om in te spelen op het dynamische karakter van dat wereldje. Technologieën of methoden die gisteren relevant waren, kunnen vandaag volledig voorbijgestreefd zijn. Je moet snel kunnen draaien met die technologische winden.”
Vleugels: “Een ICT’er voelt dat ook meteen aan. Wij spreken maandelijks honderden softwareontwikkelaars, data-analisten, leidinggevenden en freelancers. Dat zijn stuk voor stuk gepassioneerde mensen die permanent bezig zijn met de ontwikkeling van hun technologisch traject. Als je hen wil houden, moet je hen dus absoluut dat perspectief bieden. We zien het laatste jaar ook vaker dat bedrijven hun eigen ICT’ers mee betrekken bij hogere technologisch beslissingsprocessen. Combineer dat met technische interne opleidingen en je kan veel sneller inspelen op technologische ontwikkelingen. Bovendien wordt je eigen personeel geprikkeld en betrokken, waardoor het verloop afneemt.”