Het onder lage druk creëren van plasma biedt enorme opportuniteiten om de productie van alledaagse producten duurzamer en gezonder te maken. Jody Paulus, CEO van Europlasma, neemt ons mee door het volledige proces.
Tekst: Joris Hendrickx
Waarom is het interessant om plasma te creëren onder lage druk?
“Europlasma is een Belgisch bedrijf uit Oudenaarde dat lagedrukplasmamachines maakt. Daarmee maken we vervolgens zelf ook nanocoatings. Hierin verschillen we van enkele andere Europese bedrijven die onder dezelfde naam totaal andere activiteiten uitoefenen. Plasma bekom je doorgaans door energie (zeer hoge temperaturen) toe te voegen aan gas tot het zich in een geïoniseerde staat bevindt. Europlasma creëert plasma echter niet onder hoge temperaturen, maar onder extreem lage druk. Het is immers zo dat je onder lage druk niet zo’n hoge temperaturen nodig hebt om tot dezelfde toestand te komen. Op die manier kunnen wij al plasma genereren bij een temperatuur van rond de 40°Celsius. Hierdoor kunnen we werken met gevoelige materies die niet tegen hoge temperaturen kunnen.”
Waar wordt dat zoal toegepast?
“Een typische toepassing van onze technologie is de productie van hoorapparaten. Met onze coatings maken we deze volledig waterdicht en zweetresistent, zodat men ze gedurende lange tijd kan blijven dragen. Al de hydrofobe en oleofobe coatings die nu meestal op zulke gevoelige elektronica worden aangebracht, maken echter gebruik van fluor, dat ook het schadelijke PFOS bevat. Daarom startten wij jaren geleden al met de ontwikkeling van een coating die dezelfde functionaliteiten heeft, maar volledig halogeenvrij is. Ze bevat dus geen fluor, chloor, benzeen, broom of jood. Eind 2019 kwamen we zo uiteindelijk tot de gewenste elektronische coating.”
“Door de coronacrisis werd de lancering echter tijdelijk vertraagd. Bovendien zijn hoorapparaten een medische oplossing, waardoor we een lang validatieproces moesten doorlopen. Intussen zijn de zes grootste producenten van hoorapparaten onze fluorvrije coating al aan het testen. Samen hebben zij 95% van de wereldmarkt van hoorapparaten in handen. Eén van deze spelers heeft intussen ook al besteld.”
Met onze technologie op rollen kunnen we volledige rollen met textiel in een ruime vacuümkamer plaatsen, waar we dan onze coating afzetten op het textiel.
Hoe ziet u dat verder evolueren?
“We hopen nu dat andere consumentenelektronica deze trend zullen volgen. De normering rond veiligheid en gezondheid wordt immers alsmaar strenger. Zeker het recente PFOS-schandaal in Antwerpen heeft het bewustzijn hierover sterk doen toenemen. Hopelijk zijn de geesten nu dus stilaan gerijpt om zulke schadelijke stoffen verplicht uit consumentenelektronica te halen. Enkele grote spelers zijn hier alvast enige tijd mee bezig. Een wetgeving zou in die zin een goede duw in de rug zijn om die stap echt te zetten.”
Waar ziet u nog opportuniteiten?
“De grootste impact zullen we naar onze inschatting kunnen hebben met onze technologie op rollen. We kunnen volledige rollen met textiel in een ruime vacuümkamer plaatsen. Daar zetten we dan onze coating af op het textiel. Het gaat daarbij veelal om technische textielen die onder meer worden gebruikt voor luchtfiltratie. Bij FFP2- en FFP3-mondmaskers en luchtfilters in wagens, woningen en kantoren wordt op het textiel eerst een oleofobe coating afgezet.”
“Daarna wordt het textiel elektrisch geladen om zo bepaalde deeltjes uit de lucht aan te trekken. De innovatie zit hem daar echter in het feit dat we hiervoor geen drinkwater meer gebruiken. We pompen een gas in de kamer en zetten dat dan onder extreem lage druk om in een plasma dat zich op de textiel hecht. Het hoeft zo niet meer te worden gedipt in baden met fluorhoudende chemische producten, solventen en water. Dat is helaas een erg vuil chemisch proces, want al dat water moet nadien worden geloosd.”
We werken met nanocoatings die honderden keren dunner zijn dan klassieke coatings. Zo beperken we de hoeveelheid chemische stoffen die nodig zijn en verminderen we onze CO2-uitstoot met meer dan 80%.
“En laat dat nu net het huidige probleem zijn in Antwerpen: de chemische vervuiling in dat water is niet afbreekbaar en blijft dus eeuwig aanwezig in de natuur. Zelfs wanneer men dat water probeert te zuiveren, zal er in de praktijk nog steeds heel wat vervuiling in de omgeving terechtkomen.”
“Een bijkomend belangrijk voordeel is dat wij met nanocoatings werken die honderden keren dunner zijn dan de zonet besproken klassieke coatings. Op die manier beperken we niet enkel de hoeveelheid chemische stoffen die we nodig hebben, maar reduceren we ook het afval tot wel 95%. Daarnaast verminderen we de CO2-uitstoot met meer dan 80%. Al de overtollige gassen worden weggepompt en opgevangen door luchtfilters die we als chemisch afval naar een erkende verwerkingsfabriek kunnen brengen.”
Wat mogen we in de toekomst nog verwachten?
“Momenteel draaien we op onze rolmachines zo’n tien meter per minuut. Om een complete productie te kunnen laten draaien, zijn dus veel machines nodig. Daarom zullen we volgend jaar een volledig nieuw concept lanceren waarbij onze machines vier keer sneller kunnen draaien. Hierdoor zullen we een veel groter deel van de industrie kunnen bedienen dat zich nu vaak nog verzet tegen het bannen van chemisch dippen. Het Europees Agentschap voor chemische stoffen heeft ons daarom al als een van de twee bedrijven aangestipt die hiervoor een goed alternatief aanbieden.”