Een erfenis fiscaalvriendelijk doorgeven aan de volgende generatie kan op verschillende manieren. Zo bestaat de mogelijkheid om een erfenis volledig te verwerpen in het voordeel van de kinderen (de zogenaamde erfenissprong). Dat is echter een alles-of-nietskeuze en daardoor weinig populair.
© foto: Bart Azare
Een flexibeler alternatief is de doorgeefschenking. Daarbij aanvaardt de erfgenaam zijn erfenis en schenkt die vervolgens geheel of gedeeltelijk door aan zijn kinderen of kleinkinderen. Onder bepaalde voorwaarden kan dit volledig belastingvrij gebeuren: de reeds betaalde erfbelasting wordt namelijk in mindering gebracht van de verschuldigde schenkbelasting. In de praktijk komt dat vaak neer op een belastingvrije schenking.
Strikte voorwaarden voor belastingvrije doorgeefschenking
De wetgever koppelt de vrijstelling wel aan strikte voorwaarden. Enkel afstammelingen in rechte lijn, zoals kinderen, kleinkinderen of achterkleinkinderen, kunnen begunstigd worden. De schenking moet plaatsvinden binnen het jaar na het overlijden en moet via een notariële akte verlopen, waarin de vrijstelling expliciet wordt aangevraagd. Voorwaarden of termijnen koppelen aan de schenking is verboden. Bovendien komt enkel een nalatenschap van iemand die in het Vlaamse Gewest woonde in aanmerking, en moet de erfbelasting tegen het juiste tarief reeds betaald zijn. Voor roerende goederen, zoals spaargeld of beleggingen, bestaan geen bijkomende beperkingen. Bij onroerende goederen is dat anders: die moeten volledig of gedeeltelijk deel hebben uitgemaakt van de erfenis.
Toch maakt de doorgeefschenking het mogelijk om een deel van het familievermogen zonder bijkomende fiscale druk door te schuiven naar de volgende generatie.
Beperkingen en voordelen
Tot slot zijn er grenzen aan de vrijstelling. Ze geldt slechts tot de brutowaarde van de goederen waarop erfbelasting werd betaald en kan nooit hoger zijn dan het bedrag van de effectief betaalde belasting. Toch maakt de doorgeefschenking het mogelijk om een deel van het familievermogen zonder bijkomende fiscale druk door te schuiven naar de volgende generatie. Daarmee is het een aantrekkelijk, maar juridisch en fiscaal delicaat instrument dat best in overleg met een notaris of specialist wordt ingezet.