Steeds meer Belgische ondernemingen schakelen over op hybride werken in flexkantoren. Waarom doen ze dat? Wat zijn de voordelen? En is dit een puur stedelijk fenomeen? Kevin Van Den Bosch, Country Manager Belgium van International Workplace Group legt uit.
Kevin Van Den Bosch
Country Manager Belgium van International Workplace Group
Wat zijn eigenlijk de grote voordelen van flexkantoren, voor zowel werknemers als werkgevers?
Voor werknemers is dat natuurlijk de verminderde reistijd die ze moeten besteden om op het werk te geraken. Dat brengt op zijn beurt mee dat ze minder in de file staan, minder gestresseerd zijn en een betere mentale gezondheid krijgen. Dat leidt dan weer tot minder absenteïsme en meer productiviteit. De werknemer krijgt zo ook meer grip op zijn eigen tijdsbesteding, wat velen erg aangenaam vinden.
Voor de werkgevers is een groot voordeel dat ze hun aantal vierkante meter kantoorruimte kunnen afbouwen en heel veel kosten kunnen besparen. 77% van c-suite leidinggevenden zeggen dat dit model hun operationele veerkracht versterkt en hen in staat stelt om overheadkosten, zoals kantoorruimte, energiekosten en andere uitgaven, flink terug te dringen. En – steeds belangrijker – 83% meldt een duidelijke stijging in de productiviteit van medewerkers. Kijk, beide partijen, zowel werknemers als werkgevers, verwachten vandaag de dag veel flexibiliteit van elkaar. Het flexkantoor past daar perfect in. Covid was hier een grote driver in, maar de tendens is gebleven én almaar belangrijker geworden.
Bedrijven willen hun mensen engageren en fideliseren. Flexibel werken hoort daar vandaag gewoon bij.
Ten tijde van Covid dachten velen dat thuiswerken dominant zou worden.
Thuiswerken heeft zeker nog zijn plaats, net zoals het traditionele kantoor ook nog zijn plaats heeft. Maar bijvoorbeeld écht deconnecteren van je werk, wat weeral positief is voor de mentale gezondheid, is erg lastig thuis, zeker als je geen aparte bureauruimte hebt. Soms is het trouwens zeker ook nuttig dat mensen naar het hoofdkantoor komen en persoonlijk contact hebben. Ik denk dat we vooral naar een hybride situatie gaan, met thuiswerk, flexkantoren en werken op de werkplek.

Jullie hebben nu bijna vijftig flexkantoren in België. Is dat vooral een stedelijk fenomeen of komt het ook in meer landelijke gebieden voor?
Onze focus lag aanvankelijk vooral op centrumsteden en zelfs stadskernen, maar we zien dat de vraag overal stijgt, dus ook in kleinere provinciesteden en zelfs meer rurale gebieden. Overal willen mensen dichter bij de werkplek wonen, zo eenvoudig is het. Ook het soort klant varieert enorm, dat gaat van KMO’s tot internationale corporates en alles wat ertussen zit. Vroeger was coworking iets dat vooral door eenmanszaken werd gestuurd, maar de werkplekpolitiek is bij bedrijven vandaag veranderd. Zij willen hun personeel engageren en fideliseren. Flexibel werken hoort daar bij. Ook voor kleine ondernemingen is flexwerken zinvol. Voor vijf of tien werknemers is het bijvoorbeeld niet efficiënt om een eigen receptie, een eigen keuken of building management-diensten op touw te zetten. Wij kunnen dat wel. Corporates maken dan weer graag gebruik van onze internationale aanwezigheid. Een lid uit Brussel wil vaak werken waar zijn klant is en kan evengoed aan de slag in Londen, New York of Shanghai.
Flexkantoren zorgen voor minder file, minder stress en meer grip op je tijd, dat vertaalt zich in een betere mentale gezondheid én hogere productiviteit.
Hoe gaat deze markt evolueren de komende vijf à tien jaar?
Het is duidelijk dat ze alleen maar zal groeien in de toekomst en dat meer en meer werkplekken flexibel zullen worden. Dat zal, zoals gezegd, zowel een stedelijk als ruraal fenomeen zijn. Ik zie ook dat de kantoormarkt evolueert en hierop anticipeert. In België zijn we daar nog vrij rigide in, maar we zullen wel moeten volgen. Dat gaat dan bijvoorbeeld over klassieke huurcontracten die onder druk staan en de traditie van huren op drie, zes en negen jaar. Op negen jaar kan er veel veranderen, bedrijven willen zich daar niet te veel op vastpinnen. Tot slot verwacht ik ook steeds meer consolidatiemodellen, je ziet dat vandaag al. Warehousing gecombineerd met kantoren, bijvoorbeeld. Of laboratoria en kantoren. Of mediaparken met gemeenschappelijke delen, zodat je bijvoorbeeld een televisiestudio zo efficiënt mogelijk kunt inzetten voor verschillende klanten.